Wet Werk en Zekerheid - ABU

De ABU is positief kritisch over de wet Werk en Zekerheid die vorige week door minister Asscher naar de Tweede Kamer is gestuurd. De ABU ziet goede initiatieven in de wet die positief zijn voor de arbeidsmarkt maar twijfelt ook aan de gewenste uitwerking van bepaalde maatregelen.

Met het nieuwe wetvoorstel wil het kabinet een nieuw evenwicht creëren tussen flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt om daarmee de positie van werkenden in Nederland te verbeteren. Het kabinet wil dat realiseren door het ontslagrecht sneller, goedkoper en eerlijker te maken, door de rechtspositie van flexwerkers te versterken en door een WW die ervoor zorgt dat mensen ook weer snel aan het werk komen. De voorstellen komen voort uit het sociaal akkoord dat kabinet en sociale partners in april van dit jaar sloten.

Herijking

“Het is goed dat er met deze wet een herijking van de arbeidsmarktverhoudingen plaatsvindt”, zegt Jurriën Koops, directeur Sociale Zaken van de ABU. De maatschappij verandert, de economie verandert en daar moet de arbeidsmarkt op meeademen. Het is dan verstandig om te kijken welke arrangementen nodig zijn voor de arbeidsmarkt van de toekomst.

Goede flex

Positief zijn de maatregelen die ervoor zorgen dat de nadruk ligt op goed georganiseerde flex ten koste van slechte flex. Dat het aantal opeenvolgende tijdelijke contracten wordt beperkt is prima en ook het verbod (in de zorg) op de nulurencontracten vindt Koops gunstige ontwikkelingen. Dat geldt ook voor de beperking van het uitzendbeding waarbij de inlener zijn opdracht per direct kan opzeggen. Bij wet nog steeds een half jaar en in de CAO maximaal oprekbaar tot 78 weken.

Banen

Dat deze wet meer vaste banen gaat opleveren en dat de tweedeling van vast en flex wordt opgelost, daar is Koops niet van overtuigd: “Alleen de economie kan ervoor zorgen dat er meer (vaste) banen komen. Daar gaat deze wet niet voor zorgen. Een wet creëert geen werkgelegenheid. De markt bepaalt de keus van de ondernemer in samenhang met de beschikbaarheid en kwaliteit van het arbeidsaanbod.” Koops is wel positief over de meer activerende WW die in het wetvoorstel niet alleen korter is, maar waarbij het begrip van passende arbeid na een periode van zes maanden ook verruimt.

Transitievergoeding

Onbegrijpelijk is voor de ABU-voorman de transitievergoeding die een werkgever moet betalen aan een werknemer die het bedrijf gedwongen verlaat. “Hoe kun je dat opleggen aan een branche die een en al transitie is? Juist de uitzendbranche lost door zijn transitiekracht problemen in de arbeidsmarkt op. De transitievergoeding wordt zo een transitiebelasting.”

Bron: ABU