Transitievergoeding

Als werkgever hoef je nu geen ontslagvergoeding te betalen als het contract van tijdelijk personeel afloopt. Door de invoering van de Wet Werk en Zekerheid worden de regels voor het ontslaan van vast en tijdelijk personeel gelijk getrokken. Vanaf 1 juli 2015 ben je als werkgever een transitievergoeding (de nieuwe ontslagvergoeding) verschuldigd aan de werknemer van wie je het tijdelijke arbeidscontract als werkgever niet voortzet. De werknemer moet dan wel 24 maanden of langer in dienst zijn geweest.

Transitievergoeding tijdelijk personeel

Het betalen van de transitievergoeding is niet alleen het geval wanneer een werknemer onafgebroken 24 maanden voor je heeft gewerkt in bijvoorbeeld 2 jaarcontracten, maar ook wanneer er tussen de tijdelijke contracten een onderbreking heeft gezeten die korter is dan 6 maanden. De tussenpoos telt niet mee in de berekening van de hoogte van de vergoeding.

Hoe bereken je hoogte van de transitievergoeding?

Voor iedere 6 maanden dat een werknemer voor je heeft gewerkt bedraagt de transitievergoeding 1/6 maandsalaris.
Tijdelijke contracten die elkaar opvolgen met een tussenpoos korter dan 6 maanden moeten bij elkaar opgeteld worden.

Heb je de werknemer een gelijkwaardig of beter aanbod gedaan, maar slaat hij/zij dit af, dan hoeft er geen transitievergoeding betaald te worden.

Kritiek op de toepassing van de onderbrekingsperiode

De kritiek op de transitievergoeding spitst zich toe op de onderbrekingsperiode tussen tijdelijke contracten. Hanteerde je in het verleden een onderbrekingsperiode van 3 maanden, dan ontstond er geen vast dienstverband. Je hoefde dan ook geen ontslagvergoeding te betalen. Om geen vast dienstverband te hoeven geven dient de onderbrekingsperiode nu 6 maanden te worden.

En deze regel wordt met terugwerkende kracht gehanteerd voor de berekening van de transitievergoeding. Meerdere tijdelijke contracten uit het verleden gaan dus vanaf 1 juli 2015 meetellen in de berekening van de vergoeding.