Onze website maakt gebruik van cookies. Deze hebben wij volledig geanonimiseerd. Door verder gebruik te maken van deze website ga je hiermee akkoord. Lees meer.
Sluit
 

Europese Hof ondersteunt ABU in strijd tegen uitzendbeperking in cao’s

De inzet van uitzendkrachten mag niet langer beperkt worden door bepalingen in cao’s. De ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen) is verheugd met de steun van de advocaat- generaal van het Europese Hof, die onlangs heeft geconcludeerd dat lidstaten blijvend maatregelen dienen te nemen tegen ongerechtvaardigde uitzendbeperkingen in cao’s. De ABU roept minister Asscher op maatregelen te nemen, want het aantal uitzendbepalingen in cao’s groeit tegen de regels van de Uitzendrichtlijn in.

Nog steeds kennen veel cao’s in Nederland bepalingen waarmee de inzet van uitzendkrachten wordt beperkt. Dit is in strijd met de Europese Uitzendrichtlijn. De ABU constateert dat de beperkingen niet minder zijn geworden sinds het onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van begin dit jaar, en de daaropvolgende oproep van de Stichting van de Arbeid om dergelijke bepalingen te heroverwegen. De ABU riep de minister in februari al op maatregelen hiertegen te nemen. In de tussentijd heeft de minister dat geweigerd. Zo heeft hij bijvoorbeeld cao-bepalingen met een quotum voor de inzet van uitzendkrachten gewoon algemeen verbindend verklaard voor hele branches.

Europese steun
Naar aanleiding van een Finse zaak die bij het Europese Hof aanhangig is gemaakt, heeft de advocaat-generaal op 20 november jl. de conclusie getrokken dat een lidstaat niet kan volstaan met een vrijblijvende inventarisatie van de bestaande beperkingen. Er dient ook vervolg te worden gegeven aan de uitkomsten van die inventarisatie, door maatregelen te nemen om dergelijke ongerechtvaardigde bepalingen te voorkomen, en reeds bestaande beperkingen niet langer te handhaven.

Oproep aan de minister
De ABU roept de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op dergelijke bepalingen niet langer algemeen verbindend te verklaren, gegeven de ruimte die hij daar volgens het Toetsingskader AVV reeds voor heeft. Daarnaast zijn volgens de ABU verdergaande maatregelen nodig om bepalingen in niet algemeen verbindend verklaarde cao’s te voorkomen. Maurice Rojer, adjunct- directeur van de ABU: “We doen nogmaals een dringend beroep op de minister. Na deze conclusies van de advocaat-generaal van het Europese Hof moet er nu snel een einde komen aan de beperkende bepalingen in cao’s”.

Onderzoek
In zeker een kwart van de 750 in Nederland afgesloten cao’s die bedrijven (inleners) in Nederland hanteren, worden beperkingen aan de inzet van uitzendkrachten gesteld. Uit onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijkt dat in 12% van de cao’s beperkingen worden gesteld aan het aantal in te zetten uitzendkrachten en/of de duur van de uitzendperiode. In 25% is sprake van beperkende omstandigheden waaronder uitzendkrachten mogen worden aangetrokken (bijvoorbeeld alleen bij piekmomenten en ziekte en geen andere legitieme redenen).

Opstap op de arbeidsmarkt
De ABU is van mening dat het ongeoorloofd beperken van uitzendwerk in cao’s vooral nadelig is voor deelname aan de arbeidsmarkt, in het bijzonder voor doelgroepen waarbij uitzenden een belangrijke rol vervult. Juist het uitzenden geeft mensen kansen op werk, van waaruit men weer verder kan doorstromen op de arbeidsmarkt.

Bron: ABU